De geschiedenis van judo begint in de middeleeuwen in Japan. In die tijd gebruikten samourai (japanse ridders) speciale manieren en technieken om zich met blote handen te kunnen verdedigen tegen vijanden nadat zij in de strijd hun zwaard hadden verloren. Om de technieken goed te kunnen uitvoeren en zich goed te kunnen bewegen waren de samourai vooral gekleed in leer, dit in tegenstelling tot de Europese ridders, die in die tijd zware ijzeren harnassen droegen. De verdedigingsmethoden werden aangeduid met de verzamelnaam Jiu- Jitsu. Het ontstaan van deze verdedigingsmethoden gaat zelfs terug tot het oude China, waar al voor het jaar ‘nul’ dergelijke verdedigingsmethoden werden gebruikt.
Samourai waren ridders die bij een ‘stam (of dynastie)’ behoorden. Elke stam had zijn eigen manieren om zich te verdedigen. Deze methoden werden opgetekend in geheime boeken, ‘densho’ genaamd. Toen in Japan de middeleeuwen voorbij waren en samourai geen wapens op straat meer mochten dragen, waren ridders niet meer nodig. Vele ex-samourai moesten nu op een andere manier hun brood verdienen. Een aantal samourai richtten daarom jiu-jitsu scholen op en begonnen met lesgeven. De geheimen van de ‘densho’ werden daardoor openbaar en kwamen zo voor iedereen beschikbaar. Iedereen kon nu Jiu Jitsu leren.
Yigoro Kano werd geboren op 28 oktober 1860 te Mikage (vlakbij Kobe) in Japan. Het verhaal gaat dat hij, zelfs voor een Japanner, klein van stuk was en vaak werd gepest. Om zichzelf te kunnen verdedigen ging hij Jiu-Jitsu beoefenen aan een jiu-jitsu school. Zijn eerste leraar was Teinosuke Yagi. Na een introductie in het Jiu Jitsu zorgde Yagi ervoor dat Yigoro Kano op de Tensjo-Shinyo-school terecht kon en mocht gaan trainen bij Hachinosuke Fukuda. Fukuda stierf in 1879 en liet alle densho van de school na aan Kano. Vervolgens nam Yigoro Kano les bij Iso. Na twee trainingsjaren stierf Iso op 66-jarige leeftijd. Ook Iso doneerde zijn densho aan Yigoro Kano. In 1881 ging Yigoro Kano naar de Kito-school, waar hij les kreeg van Jikubo. Na ook hier veel te hebben geleerd, zei Jikubo de volgende beroemde woorden tegen Yigoro Kano: “Ik kan u niets meer leren”.
Yigoro Kano was niet alleen goed in jiu-jitsu, hij was ook een goede student. Hij haalde op de Universiteit een graad in politicologie, economie en filosofie. Met name Filosofie werd belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het Jiu-Jitsu in judo.
In 1882 opende Yigoro Kano zijn eigen school: de Kodokan (Kodokan betekent tempel).Yigoro Kano vond, mede door zijn pedagogische achtergrond, dat Jiu-Jitsu meer moest zijn dan een verzameling verdedigingstechnieken. Hij wilde dat, net zoals hij dat zelf had ervaren, Jiu Jitsu mensen ‘beter’ zou maken. Het einddoel was een vredelievendere samenleving. Met die gedachte ontwikkelde hij in zijn eigen school een nieuwe methode, met de naam Judo, dat ‘zachte weg’ betekent. Hij haalde gevaarlijke technieken uit het Jiu-Jitsu en maakte duidelijke (spel)regels. In zijn school had Yigoro Kano tien leerlingen. Met deze tien leerlingen bracht hij de omzetting van Jiu-Jitsu in judo tot stand. Kodokan-Judo wordt door deze ontwikkeling ook wel beschouwd als de laatste Jiu-Jitsu stijl en tevens de eerste judo stijl!
Natuurlijk vonden andere Jiu-Jitsu leraren het Judo veel minder goed dan het aloude Jiu-Jitsu. In 1886 werd onder toezicht van het Japanse Ministerie van Onderwijs een toernooi georganiseerd tussen verschillende Jiu-Jitsu scholen, waarbij ook de ‘Kodokan’ als school mocht meedoen. Toen uiteindelijk de Kodokan de winnaar werd, was het succes van Judo verzekerd. Judo werd zelfs zo populair in Japan, dat het op scholen een verplicht onderdeel van de gymlessen is geworden.
De volgende fase in de ontwikkeling van Judo was de werelwijde promotie die door Yigoro Kano zelf werd opgestart. In 1889 vertrok Yigoro Kano naar Europa en in 1903 introduceerde één van zijn leerlingen judo in de Verenigde Staten. Onder andere President Roosevelt was een beoefenaar van judo.
Op 62 jarige leeftijd gaf Yigoro Kano een boek uit met de naam Kodokan Judo. Het boek had hij al in 1887geschreven, maar uitgeven deed hij het pas toen zijn judomethode inderdaad het effect had dat hij wenste. Enkele jaren voor zijn dood werd Yigoro Kano lid van het I.O.C. (Internationaal Olympisch Comité).
Op 4 mei 1938 stierf Yigoro Kano aan de gevolgen van een longontsteking. Deze had hij opgelopen op de boot die hem, na afloop van een vergadering van het I.O.C., terugbracht naar Japan.
Na de dood van Yigoro Kano vertrokken nog een keer een aantal Japanse judomeesters uit Japan om judo verder te promoten. Bekende Japanners uit die tijd waren Koizumi en Kawaishi, die beiden naar Europa gingen. Kawaishi ging naar Parijs. De Nederlander Gé Koning, nestor van het Nederlandse judo, volgde de lessen van Mikonosuke Kawaishi en introduceerde judo volgens de indeling van Kawaishi in Nederland. Hierdoor is in Nederland de ‘Kawaishi methode’ nog steeds de meest populaire onderwijsmethode.
Judo is in Nederland echt populair geworden door de successen van Utrechter Anton Geesink. Op de Olympische Spelen in Tokio in Japan lukte het Anton Geesink om in de Open Klasse, de koningsklasse van het judo, de Japanners in eigen huis te verslaan en daardoor als eerste niet-Japanner Olympisch kampioen te worden. Dit succes leverde Anton Geesink in Japan een heldenstatus op.In Nederland werd judo vanaf dat moment ongekend populair. Later werden de successen van Anton Geesink opgevolgd door Willem Ruska in 1972(tweevoudig Olympisch kampioen in de +90 kg klasse en de open klasse ) en door Mark Huizinga in 2000 (Olympisch kampioen tot 90 kg ).
Elke vier jaar vinden de Olympische Zomerspelen plaats. In 2012 vonden de laatste Olympische Spelen plaats in Londen in Engeland. In 2016 vinden de Olympische Spelen plaats in Rio de Janeiro in Brazilië.
|